Voor een goede en gezonde productie is het belangrijk dat een herkauwer graag naar het voerhek komt. Een goed bacterieklimaat in het ruwvoer bepaalt de geur, houdbaarheid, opname en verteerbaarheid. Uit onderzoek blijkt dat wilde gisten een grote invloed hebben op de droge stof (ds) opname en verteerbaarheid van ruwvoer.
Een onafhankelijke studie van Windle en Kung uit 2013 liet bij vaarzen al meer dan 1 kg droge stof opname per dier per dag zien tussen een ‘schoon’ TMR rantsoen en een met wilde gisten vervuild TMR rantsoen. Een TMR rantsoen wordt geoptimaliseerd op 950 – 1000 VEM/kg ds. Dit verschil in opname resulteert in een verschil in potentiële melkproductie van 2 kg melk.
In 2020 is er in Nederland door 2 stagiaires en een partner van beterruwvoer een praktijkonderzoek gedaan onder 27 melkveebedrijven. Dit onderzoek bevestigde de conclusies: een verschil van 0,8 kg ds uit totale rantsoen en 1,8 kg ds uit alleen ruwvoer tussen behandeld en onbehandeld ruwvoer. In het behandelde ruwvoer hebben we de wilde gisten terug kunnen dringen. Lees hier meer over het verbeteren van het bacterieklimaat in de kuil.
Meer wilde gisten in het ruwvoer zorgen voor meer wilde gisten in de pensvloeistof. Dat verdringt de bacteriën die zorgen voor de vertering van het ruwvoer (rantsoen). Ook blijkt uit een studie van Santos et al. (2011) dat de verteerbaarheid van NDF enorm afneemt als er meer wilde gisten in de pens aanwezig zijn. Het onderzoek toonde aan dat de verteerbaarheid van NDF met 33% afneemt bij een zware vervuiling met wilde gisten ten opzichte van de controle. De dieren kunnen het niet verwerken. Dit betekent dat er 33% meer voer nodig is voor dezelfde productie, wat een negatieve invloed heeft op het rendement, de stikstof- en fosfaatefficiëntie en de CO2-footprint.
Verbeter je ruwvoer met het juiste product in exact de juiste dosering met onze keuzetool ruwvoerverbeteraar.
Lees meer over de puzzelstukken om tot meer melk uit ruwvoer te komen::