Home De kwaliteit van ruwvoer door de ogen van het dier

De kwaliteit van ruwvoer door de ogen van het dier

Ruwvoer is het belangrijkste onderdeel van het rantsoen. Het levert veel voedingsstoffen en moet zorgen voor een goede productie. Daarom is het belangrijk om je ruwvoer te analyseren. Dat doen wij graag door de ogen van de herkauwer. Want het is belangrijk dat de samenstelling van je graskuil aansluit op de behoefte van de herkauwer.

Een ruwvoeranalyse laat zien wat de bodem aan het gewas geeft. Op basis daarvan kun je eenvoudig doorrekenen wat de onttrekking is en bepalen welke voederwaarde en sporenelementen je bemesting nodig heeft. Ieder element heeft namelijk een functie. Bodem- en drijfmestanalyses maken het plaatje vervolgens compleet om gerichter het ruwvoer te optimaliseren aansluitend op het bedrijfsniveau en bijbehorende doelstellingen.

Wat wil het dier?

Tabel 1 laat de behoefte van de koe zien, de samenstelling van de kuil en de onttrekking van elementen. Elementen kunnen elkaar versterken en tegenwerken, de balans tussen de elementen is daarom erg belangrijk. Evenwichtig ruwvoer zorgt ervoor dat er een zelfregulerend proces plaatsvindt dat is afgestemd op het klimaat waar de herkauwer zich in bevindt. Bij onevenwichtig ruwvoer gaat de natuur zich eerst richten op het belastende elementen en dit kost veel energie. Deze energie kan dan niet meer gebruikt worden om optimaal te produceren. Ook zorgt een verhoging van elementen in een basisbemesting meestal voor een slechtere benutting van andere elementen, zowel in de bodem, het gewas en bij de herkauwer.

Verloop kuilkwaliteit en elementen in het seizoen

De opname van elementen verandert in het groeiseizoen. Dit komt door de oplopende temperaturen en het bodemleven dat daaraan gekoppeld is. Bij een bodemtemperatuur van 10-13°C spreken we van een volledig werkende bodem. Oplopende temperaturen en toegevoegde voedingsstoffen zorgen voor mineralisatie van de bodem. Dit proces zorgt voor beschikbaarheid van de elementen in de plant . Aan de hand van de gemiddelde analyse van Eurofins kunnen we dit duidelijk waarnemen. Deze gegevens maken het ook mogelijk om verschillende sneden te combineren om een goed basisrantsoen te maken. Zie ook tabel 2.

Eigen geteeld eiwit maximaal benutten

Om zoveel mogelijk eigen geteeld eiwit te benutten, combineren steeds meer boeren meerdere graskuilen. Een herfstkuil kan, qua energie, eiwit en drogestofgehalte vaak prima naast een mei-kuil worden gevoerd. Echter zijn deze vaak wel weer erg hoog in het zwavelgehalte. Een overschot aan zwavel verdringt Selenium en koper in de koe. Dit zijn beide belangrijke elementen voor de gezondheid en de productie van de koe. De keuzes rond bemesting die je maakt in de 1e, 2e en 3e snede zijn erg bepalend voor het verloop van de gehaltes in het eigen geteelde ruwvoer. Kijkend naar de behoefte van de koe, de onttrekking van het gewas en het verloop in het seizoen is 25 tot maximaal 35kg zwavel (SO3) uit kunstmest per snede meer dan voldoende. Zie ook tabel 1.

Voeden in de breedte: belangrijk voor de herkauwer, het gewas en het bodemleven.

Spoorelementen spelen een steeds grotere rol in het optimaliseren van ruwvoer. Grip hierop is erg lastig, door de vele variabele omstandigheden. Ook stikstof is bepalend voor de opname van spoorelementen. Denk maar eens aan de manieren van opname van voedingselementen door de plant: bij verdamping gaat de voeding via het bodemvocht in de plant. Bij ionisatie-proces komt er zuur vrij (H+) die van invloed is op het beschikbaar maken van de elementen. Om een goed beeld te verkrijgen van de opname van sporenelementen maken we gebruik van het interactieschema.