
Als het eten lekker ruikt dan gaan we er (terecht) van uit dat het ook gezond en goed is. Voedsel wat lekker ruikt doet eten, dat is zeker. Voor dieren geldt hetzelfde. Ze zijn zelfs gevoeliger op de neus dan mensen zijn. Ruwvoer met een slecht bacterieklimaat (microklimaat ) ruikt minder, is minder gezond en geeft meer verlies aan nutriënten.
Dieren ruiken dat eerder dan dat het zichtbaar is.
Eigenlijk is het de combinatie van de Hilgardii en de bestaande Buchneri 40788. Ze vullen elkaar aan en versterken elkaar. Wat dit doet met jouw mais:
De Hilgardii bacterie is gevonden in een stabiele suikerriet kuil in Brazilië. Suikerriet zit bomvol suiker voor met name alcoholproductie. Maar suikerriet zit ook vol vezels, deze worden weer gebruikt voor bijvoorbeeld biologisch afbreekbaar wegwerpservies. Suiker en vezels, iedere boer weet dan gelijk: dat is moeilijk inkuilen en koud houden. Als dan in een stabiele suikerriet kuil bacteriën worden gevonden welke verantwoordelijk zijn voor die stabiliteit dan zijn ze eigenlijk verantwoordelijk voor het afremmen van verdere gist ontwikkeling. En dat is cruciaal voor smakelijk en gezond ruwvoer waar herkauwers op een gezonde manier veel melk en of vlees van kunnen maken.
De Hilgardii bacterie is een ‘snelle’ jongen. Veel sneller dan andere heterofermentatieve (azijnzuurvormende) bacteriën. Dit maakt dat ruwvoer veel eerder gevoerd kan worden, al na 15 dagen een veel lagere gistenpopulatie en langer stabiel ( koud ) blijven van het ruwvoer. Dus na 15 dagen al een stabiele kuil die gevoerd kan worden!