Er zijn een aantal manieren om de kwaliteit van je graskuil te meten, namelijk:
Ga ruiken aan de kuil. Herkauwers gaan ook af op hun neus. Een goede geur is bepalend voor de droge stof opname.
Lees een kuilanalyse af. Een kuilanalyse geef je inzicht in o.a. het drogestofgehalte, de pH-waarde, boterzuur, melkzuur, azijnzuur, RAS en NH³-fractie. Dit zijn allemaal belangrijke indicatoren voor het conservingsproces en de houdbaarheid van de kuil.
Kijk naar de resultaten van de herkauwers. Hoe zit het met de productie van melk en/of vlees, hoe staat het met de gezondheid, met welk ureumgehalte heb je te maken etc.? Deze resultaten zeggen allemaal iets over de kwaliteit van het ruwvoer.
Kijk naar de drogestofopname, zowel uit het ruwvoer als totaal.
Beoordeel de kuil zelf. Hoe houd deze zich aan het snijvlak, maar bijvoorbeeld ook aan het voerhek. Beoordeel het product bij vers voeren, na 4 uur en na 8 uur aan het voerhek en kijk wat er verandert qua geur en consistentie.